zaterdag 19 januari 2008

Salar de Uyuni

We hadden bedacht dat we naar Salar de Uyuni wilde, dit is een zoutvlakte die als een kom tussen de bergen ligt. De zoutvlakte zelf ligt op een hoogte van zo´n 4000 meter en de bergen er omheen rond de 6000 meter. De zoutvlakte is ontstaan doordat neerslag in de bergen mineralen uit de bergen naar de kom voert. Het water verdampt hier heel erg snel door de tropenzon en omdat het op grote hoogte ligt voelt de zon nog warmer aan. Na enkele 10 duizenden jaren heb je dan de grootste zoutwoestijn van de wereld, 12.000 km2.
De omgeving van de zoutvlakte is ook al niet echt toegankelijk. Overdag verbrand je leven en 's nachts vriest het dat het kraakt. Er wonen alleen wat standvastige boeren die lama´s houden en een gierstsoort kweken die bestendig is tegen de zout, hitte en vorst. Verder wonen er mensen die hun geld verdienen met toerisme.
Al met al een nogal groot en onherbergzaam gebied. We ontkwamen er dus niet aan om een georganiseerde tour van drie dagen te nemen.

De touroperators hier zijn begrijpelijkerwijs geen dating-bureau´s die de groepen samenstellen op gelijke interesses of gezelligheid. De groepen worden zo samengesteld dat de 4X4 auto´s zo efficiënt mogelijk vol zitten. Wij hadden mazzel, we zaten met 3 Brazilianen, 1 Colombiaan, en een jongen uit Frankrijk. Ze waren iets jonger en meliger dan wij, maar de meeste spraken Engels. Met een ratatouille van Engels, Frans, Spaans en Portugees waren de drie dagen best gezellig.

Een paar Fransen in een andere groep hadden minder geluk. Iedere groep rijdt dezelfde route en zodoende konden wij de ergernis van deze Fransen zien groeien. Zij zaten namelijk opgescheept met een Amerikaans stel. Beide hadden nogal een nerd en inteelt hoofd en beide waren gewapend met een mega uitzet aan foto apparatuur. Bij elke bezienswaardigheid blèrde de twee tegen elkaar “This is amazing, I kept clicking, I must have made 50 pictures”. En dit allemaal op een toon alsof ze in een Telsell reclame zaten en het naderende failliet probeerde te voorkomen met een grote uitverkoop.

De ochtend van de tweede dag zie ik dat een van de nerds onophoudelijk, op de telsell toon, tegen één van de Fransen zit te ouwehoeren. De beste man heeft duidelijk moeite met wakker worden en misschien verbeeld ik het me maar, maar het lijkt erop dat er donkere wolken boven de Fransman zich samenpakken. Ik vrees zo langzamerhand voor het leven van de Amerikanen, want als zij zo doorgaan lopen zij de kans dat zij ergens midden in de woestijn uit de auto worden gezet.

Bij ons verloopt de tour vlekkeloos, op twee lekke banden na. De landschappen waren echt bizar en hadden soms meer weg van een schilderij van Dali. Meer kan ik er niet van maken, maar de foto's zijn goed gelukt.

Bij de laatste bezienswaardigheid van de laatste dag zagen we de auto met de Fransen, maar zonder Amerikaans stel.......

1 opmerking:

Anoniem zei

Mooie foto's, ziet er erg indrukwekkend uit daar.

Amerikaanse toeristen zijn erg, maar ze worden op de voet gevolgd door Nederlandse toeristen. Die zijn over het algemeen minstens zo dom, luidruchtig, irritant en kennen ook geen enkele gène.

Een mooi voorbeeld hiervan was een tochtje vanuit Antigua naar Volcàn Pacaya. Door noodlottig toeval zaten we in een gaar Toyotabusje met Nederlanders, waaronder een drietal studentes. Aan het voorkomen te zien en aan de bekakte r te horen studeerden ze waarschijnlijk Rechten, maar gezien het niveau konden het ook zomaar PABO studentes zijn geweest.

Onderweg naar de berg bespraken ze wie er die dag ging filmen en wat. Ze besloten maar weer typisch Guatemalteekse mensen filmen. Dat had een van hen al eerder gedaan, maar die had toen een paar uur lang met de dop op de lens gefilmd.

Dat we een vulkaan gingen beklimmen, had hen er niet van weerhouden zich te kleden alsof ze gingen winkelen. Een van hen maakte het wel erg bont en liep erbij alsof ze naar een feestje ging: ze had haar dikke reet in een kort rokje gehesen en had veel te hippe schoenen aan die misschien wel erg mooi waren, maar niet het beste schoeisel om een berg mee te beklimmen. Daar kwam ze zelf ook al snel achter toen bleek dat het bergpad een grote modderpoel was.

Ik moet ze wel nageven dat het hen er niet van weerhield de stemming er goed in te houden. De hele klim moetsen we Top 40 liedjes geïmpovseerde tekst aanhoren: Vamos a Pacaya i.p.v. Vamos a la playa.

De stemming werd wel wat bedrukter toen ze uiteindelijk dan toch op haar muil ging, maar dat was pas op de terugtocht.

Maar blijkbaar was ze erg goed in staat zich over tegenvallers heen te zetten, want in het busje had ze weer het hoogste woord. De rest van de terugreis kunnen genieten van kontneukverhalen, aangezien ze in geuren en kleuren haar vriendinnen op de hoogte bracht van haar anale avonturen.

Wat ik een paar dagen op het strand van Playa del Carmen tussen de Limburgers en Rotterdammers heb moeten aanhoren, daar zal ik hier maar niet verder over uitweiden.